Sigiriya

(Lions rock, Anuradhapura, Polonnaruwa, Minneriya)

Na het ontbijt rijden we aan naar Sigiriya, een rit van ongeveer 4 uur. Sigiriya ligt meer in het midden van Sri Lanka en is bekend om de drie belangrijke bezienswaardigheden die daar in de buurt liggen, namelijk Lions rock, Anuradhapura en Polonnaruwa, die we ook in deze volgorde zullen gaan bezoeken. Verder zullen we in Minneriya een jeep safari gaan doen.

Lions rock:
Lions rock is, zoals de naam al zegt, een rots. Het is echter nogal een opvallende rots aangezien hij zeker 175 meter boven de rest van het landschap uittorent en te zien vanuit ons verblijf. Bovenop de rots zijn de overblijfselen van een oud fort te zien waar een koning ooit met zijn 500 vrouwen woonde. Verder zijn er onderaan het fort 2 leeuwenpoten geplaatst bij de ingang (vandaar de naam, lekker verrassend) en zijn er een olifantenkop en een slangenkop te herleiden uit de vormen van de rots. Als je eenmaal bovenaan bent, heb je 1202 treden beklommen (voor ons al zwaar, maar al helemaal voor de mensen die vroeger de koning omhoog mochten dragen). Het uitzicht is echter wel echt de moeite waard! Je kan voor je gevoel over heel Sri Lanka uitkijken. Helaas mag je vervolgens dezelfde 1202 treden ook weer afdalen, lekker voor de kuitjes! Na onze afdaling stappen we weer in de bus om naar ons verblijf te gaan.

Bij aankomst in ons verblijf krijgen we weer een welkomstdrankje en worden de koffers weer naar onze slaapplaats gebracht. Dit keer echter geen hotelkamer, maar kleine huisjes. Net een bungalowpark, erg leuk! Het verblijf heet Kassapa Lions Rock (of Lions King/ Lions Tail, net wat uitkomt) en hier zullen we 3 nachten verblijven.

Anuradhapura:
De volgende dag brengen we een bezoeken aan Anuradhapura, een heilige stad, met veel tempels, dagoba’s (rondvormige boeddhistische gebouwen zonder ingang, waar de boeddhisten hun belangrijkste waar bewaren) en beelden in het teken van het Boeddhisme. Ze hebben er zelfs speciale huisjes naast de tempels en dagoba’s waar je je schoenen in moet leveren, wil je de heilige grond betreden. Helaas krijg je er geen hippe bowlingsschoenen voor terug zoals in Nederland soms, maar is het de bedoeling dat je op blote voeten verder gaat. Veel boeddhisten kopen van tevoren bloemen bij één van de vele bloemenkraampjes en leggen deze bij de tempels en beelden neer. Natuurlijk heb je ook weer locals die uit de onwetendheid en goedgelovigheid van de toeristen (zoals wijzelf) een slaatje willen slaan en zo staan we voor we het weten met z’n vieren met een bloem in onze handen, de drie vrouwen en Guus. Achteraf horen we van onze gids dat het de bedoeling is om deze “vrijgevige man” te betalen voor zijn gunst zodra als we er terug langs komen, wat voor ons iets totaal nieuws is. Aan de gebruiken van andere culturen moet je soms even wennen laten we maar zeggen. Na het bezichtigen van de heilige Bodhiboom (een afstammeling van de boom waaronder Boeddha de verlichting zou hebben bereikt), de witte dagoba van Ruvanvelisaya, de waterreservoirs en het archeologisch museum keren we terug naar ons verblijf in Sigiriya.

Deze dag is dan echter nog lang niet tot zijn eind, want je raad het nooit, maar wij gaan olifant rijden! Het duurde even voordat we ons pap hadden overtuigd om er ook mee op te gaan, maar uiteindelijk zitten we met zijn vijven bovenop Sita, een olifant van 30 jaar oud. Een ritje van ongeveer drie kwartier die met name over de weg plaatsvind en waarbij we tussendoor even met de olifant het water in zijn gegaan. Met de Lions Rock op de achtergrond een ontzettend mooi uitzicht! En het feit dat er niet al te ver weg tevens een krokodil in het water ligt maakt het nog eens extra spannend! Op een olifant rijden: erg leuk om eens meegemaakt te hebben en die kunnen we ook weer van onze bucketlist strepen. Tegelijkertijd vraag je je toch af hoeveel plezier een olifant nou van zoiets dergelijks beleeft. We maken op verzoek van Wiri nog een korte stop bij een winkel waar hout bewerkt wordt om er op die manier tafels en kleine vormpjes van te maken. We krijgen uitleg over de verschillende houtsoorten die gebruikt worden en hoe de verf op natuurlijke wijze gemaakt wordt.

Polonnaruwa:
De volgende dag brengen we s’ morgens een bezoek aan Polonnaruwa, de tweede koningsstad van het eiland (Anuradhapura is de eerste) die in de vorige eeuw ‘herontdekt’ werd in de jungle. Archeologen hebben vervolgens opgravingen gedaan waardoor wij nu de ruïnes van onder andere het Koninklijke paleis kunnenn zien. Ook hebben we een bezoek gebracht aan Gal Vihira, waar vier enorme Boeddha beelden uit één blok steen gehouwen zijn.

Minneriya:
S’middags gaan we voor de eerste keer op jeep safari in het Minneriya National Park. Het park is niet enorm groot (bijvoorbeeld niets in vergelijking met Yala), maar toch groot genoeg om grote kuddes olifanten te kunnen spotten, en dit hebben we dan ook gedaan! Na eerst een tijd door dichtere bebossing te hebben gereden en daarbij veel vogeltjes en kleinere dieren gezien te hebben, zien we eindelijk waarvoor we gekomen zijn: wilde olifanten! En veel! We komen aan bij een groot meer, vrijwel centraal gelegen in het park. Bij ondergaande zon komen hier alle olifanten tevoorschijn om eens lekker van het water te genieten en daar hebben wij weer enorm van genoten. Gelukkig is er ook genoeg naslagwerk gedaan! Door Renee is namelijk van tevoren een selfie stick aangeschaft en hier heeft ze ook goed gebruik van gemaakt, heel goed! Na de safari keren we terug naar Sigiriya voor onze laatste nacht daar. De volgende dag zullen we namelijk weer een flink eind gaan reizen naar onze volgende bestemming, Kandy.